Als je weleens hebt gekeken naar het oprichten van een studievereniging, een dispuut of een andersoortige vereniging, heb je je de volgende vraag misschien wel gesteld: gaan we voor volledige of beperkte rechtsbevoegdheid? In deze blog zal ik jullie meenemen in wat de twee concreet betekenen, wat de eventuele overwegingen zijn om de een of de ander te kiezen en wat wij zouden aanraden.
Wat is wat?
Bij verenigingen spreken we over beperkte en volledige rechtsbevoegdheid. Het concrete verschil is dat de volledige rechtsbevoegdheid een notariële akte vereist. Dit betekent dat de statuten van de vereniging ondertekend moeten worden door een notaris. Bij een vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid hoeft dit dus niet. Dit scheelt je al snel honderden euro’s! Maar als ik het zo schrijf, lijkt het bijna te mooi om waar te zijn, en dat is het dan misschien ook wel. De naam, een beperkte rechtsbevoegdheid, doet al een kleine knipoog. Maar waar word je dan in beperkt?
De verschillen en overwegingen
De Kamer van Koophandel (KvK) stelt op haar website het volgende:
- Een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid. De vereniging heeft dezelfde rechten en plichten als een burger. Ze kan bijvoorbeeld een huis kopen, geld lenen en een erfenis ontvangen. Wilt u met uw vereniging subsidie ontvangen? Dan moet u vaak een vereniging zijn met volledige rechtsbevoegdheid.
- Een vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid. Naast de vereniging zijn ook de bestuurders privé aansprakelijk. Een vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid richt u op zonder tussenkomst van de notaris.
Eigenlijk is dit dus best straight forward. Er zijn namelijk twee verschillen.
- Bij beperkte rechtsbevoegdheid ben jij, naast de vereniging, óók privé aansprakelijk.
- Je hebt voor het oprichten van een vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid geen notaris nodig.
Maar wat betekent privé aansprakelijk zijn?
Dit houdt heel kort door de bocht in dat jij persoonlijk aansprakelijk gesteld kan worden voor als de vereniging bijvoorbeeld iets door onvoorziene omstandigheden niet kan betalen. Dit gaat ook op, in tegenstelling tot de vereniging met de volledige rechtsbevoegdheid, als er geen onbehoorlijk bestuur heeft plaatsgevonden.
Ons advies
Wat ons betreft wil je voor je vereniging altijd zorgen dat de kans dat je bestuurders persoonlijk (privé) aansprakelijk gesteld worden zo klein mogelijk is. Mensen moeten met een gerust hart en zonder angst voor het verlies van persoonlijke financiën en eigendommen aan de slag kunnen gaan.
Aangezien de gemiddelde student toch financieel vrij kwetsbaar is, is dit bij jullie dus nog vele malen belangrijker. Die paar honderd euro die je moet betalen voor je statuten bij de notaris zijn het wat ons betreft op de lange termijn meer dan dubbel en dwars waard. Ga dus altijd voor een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid!
Chiel is oprichter van studievereniging Educa, heeft een bestuursjaar bij het Overleg Studieverenigingen Hogeschool Utrecht (OSHU) gedaan, en is al meer dan 2,5 jaar actief in de medezeggenschap.